Kunstplanten zijn de milieubewuste oplossing voor de toekomst
Er was een tijd dat kunstbloemen- en planten in één oogopslag te onderscheiden waren. De kleuren deden onecht aan en de plastic lagen zaten slecht op elkaar geplakt. Binnen mijn familie werd er regelmatig gelachen om het idee alleen al: nepplanten. Toch wisten ze ook uiteindelijk binnen mijn familie een weg naar binnen te vinden: mijn dementerende oma kon geen gewone planten meer verzorgen, dus vervingen we op een dag haar planten voor echte neppers. Zij heeft het verschil nooit opgemerkt. En ik ook niet. Want kunstplanten worden steeds realistischer. Daarbij hebben ze ook veel voordelen.
De voordelen van kunstplanten
Het grootste voordeel van kunstplanten is heel simpel: ze gaan niet dood. Je kunt met een gerust hart vijftien weken op vakantie naar de Galapagos eilanden gaan, je planten staan nog vol in bloei op het moment dat je thuiskomt. Water geven is niet nodig, en bovendien gaan ze anders dan verse bloemen niet na een paar dagen al ‘hangen’. Voor mensen met medische problemen of bijvoorbeeld zorginstellingen zijn nepbloemen een uitkomst: deze geven een gezellige, huiselijke sfeer, maar brengen geen schimmels en bacteriën met zich mee. Bovendien zijn ze tegenwoordig een stuk ‘echter’ dan vroeger. Zijden kunstplanten zijn niet meer van echt te onderscheiden.
Milieubewuster dan gewone bloemen en planten?
Een vraag die geregeld terugkomt wanneer het om kunstmatige bloemen gaat, is de milieu-afweging. Zo’n kunstplant, dat is toch slecht voor het milieu? Toch is dit heel relatief: mocht je van je nooit verwelkende boeket af willen (maar waarom zou je?), dan is deze geheel recyclebaar. Bovendien is de bloemen- en plantenindustrie niet zo schoon als we vaak zouden willen: vrachtwagens en containerschepen slepen bloemen uit de hele wereld aan. Deze bloemen worden vervolgens na een tijdje weggegooid. Als je het zo bekijkt is een nooit verwelken nepboeket dus juist een zegen voor het milieu! Alleen de geur, die moet je er zelf bij bedenken.